Sinds 1995 is mensenhandel/seksuele uitbuiting meer in beeld gekomen. Oplopend is er steeds meer aandacht  voor de slachtoffers van seksuele uitbuiting. De inzet om deze  seksuele uitbuiting te stoppen richt zich hoofdzakelijk op de slachtoffers en hun gezinnen. In veel mindere mate is er aandacht/zicht en inzet op de daders/klanten/potentiële daders.

Waar anders stoppen we seksuele uitbuiting dan bij de oorsprong?

Wereldwijs is de focus het hulpverlenen en beschermen van slachtoffers en het afstraffen van de daders. Inmiddels zijn er gelukkig een talrijk aan specialistische centra’s opgericht om deze slachtoffers op te vangen, te behandelen en weerbaarder te maken. Dit is ook logisch gezien de noodzaak om deze uitbuiting te stoppen. We hebben ook gezien dat de wijze waarop ronselen en vasthouden van het slachtoffer met steeds meer geweld te gepaard gaat. Nog meer redenen om een net zo grote beweging/inzet in te zetten voor de daders.

Een terugkomende vraag van de slachtoffers die wij hebben gehoord tijdens behandelingen: kan er niet meer inzet worden gepleegd op het beïnvloeden van de daders?

We geloven dat er een laagdrempelige beweging moet worden ingezet en versterkt die de jongeren aanspreekt die zich door ontwikkelen tot dader van seksuele uitbuiting. Dit gaat om opvoeding van onze kinderen, het beïnvloeden van taalgebruik en aandacht voor victim blaming (deze beweging zien we gelukkig steeds meer op social media). Maar ook voor het zichtbaar maken van de ontwikkeling van een dader. Het in contact komen en kunnen praten met een (potentiële) dader. Het bieden van behandeling en passende begeleiding van een dader van seksuele uitbuiting.

“Ik moest na mijn vrienden seks hebben met dat meisje, maar dat wou ik eigenlijk helemaal niet. Ik schaamde om nee te zeggen”. Tom